De achternaam van een bruidegom lijkt vanzelfsprekend en dat is hij meestal ook, nl. de achternaam van de vader of eventueel de moeder. Maar als de bruidegom met bijzondere voornamen wordt geboren, of als hij een samengestelde achternaam heeft, wordt het een ander verhaal. Kijk bijvoorbeeld eens naar de huwelijksakte van Jan van Doveren van Andel, geboren Wijk 21 september 1846, die op 8 oktober 1880 te Wijk en Aalburg trouwt met Bastiana Susanna Uithoven:
De bruidegom heet van Doveren van Andel, zijn vader heet van Doveren en zijn moeder heet van Andel. Er lijkt dus een naamsverandering te hebben plaatsgevonden en dat is ook zo, zoals blijkt uit zijn geboorteakte:
Uit de kantmelding bij de akte blijkt, dat bij Koninklijk Besluit van 10 december 1847 aan de vader van Jan toestemming is verleend om Jans achternaam te wijzigen in van Doveren van Andel. Het Koninklijk Besluit is ingeschreven in het geboorteregister van Wijk en Aalburg van 1848 onder nummer 12:
De consequentie van dit besluit is dat sinds 1847 vader en zoon verschillende achternamen hebben. Een tweede voorbeeld. Op 10 september 1881 trouwt Arie Smits Kant, geboren Rijswijk 9 april 1856, te Giessen met Adriana Roza:
De vader van de bruidegom heet Kant en de moeder Smits. Je zou dus verwachten, dat Arie, evenals bovengenoemde Jan, een samengestelde achternaam heeft gekregen. Maar dat is niet zo, zoals blijkt uit zijn geboorteakte:
De voornamen van de bruidegom zijn Arie Smits. De ambtenaar van de burgerlijke stand in Rijswijk heeft er dus geen enkel probleem van gemaakt, om een kind een voornaam te geven, die overduidelijk een achternaam is. Dat was al sinds het begin van de 19de eeuw verboden! Bij bruidegoms met samengestelde achternamen is het dus aanbevelenswaardig de geboorteakten van die bruidegoms te raadplegen. Alleen daaruit blijkt hoe de vork in de steel zit, zoals bovenstaande voorbeelden aantonen: van Doveren van Andel is een samengestelde achternaam, maar Smits Kant niet.