Net zoals tegenwoordig kwamen er in de achttiende en negentiende eeuw ook grote gezinnen voor. Een groot aantal gedoopte kinderen van een echtpaar zegt nog niets over het aantal kinderen, dat in leven is gebleven. Door de hoge kindersterfte zullen er uiteindelijk vaak maar weinig van die kinderen in leven zijn gebleven. Dikwijls werden de overlijdensdata van vóór 1811 jong overleden kinderen niet geregistreerd. Een methode om vast te stellen of er toch grote gezinnen waren, is het raadplegen van begraafregisters. Sommige kosters vermeldden in de begraafboeken behalve de naam en soms leeftijd van de overledene ook het aantal kinderen, dat een overledene naliet. Hier volgen enkele voorbeelden. Op 24 oktober 1740 werd Joost Peters van Seelant te Geffen begraven, hij liet 10 kinderen na (DTB 4 Geffen):
Op 25 maart 1707 werd Francus Jan Driessen Veraalst te Schijndel begraven, nalatend zijn moeder met 10 kinderen (DTB 16 Schijndel):
Op 1 april 1808 werd Adriaan Teurlings te Haaren begraven, oud 89 jaar, nalatend 11 kinderen (DTB 9 Haaren):
Op 9 april 1806 werd Willem Kuijpers te Oss begraven, oud 56 jaar, nalatend 13 kinderen (DTB 27 Oss):
Op 15 januari 1808 werd Matheus Coera te Oss begraven, oud 69 jaar, laatst wonend te Luik, nalatend het onwaarschijnlijk grote aantal van 22 kinderen (DTB 27 Oss):
Geen opmerkingen:
Een reactie posten