Weduwen konden vroeger niet snel na het overlijden van hun echtgenoot hertrouwen. Het zou namelijk mogelijk kunnen zijn, dat de weduwe zwanger was van haar overleden man. Voor jonge weduwen gold een wachttijd van 9 maanden. Voor oudere weduwen, d.w.z. 55 jaar of ouder, gold een wachttijd van zes maanden, om de eerbaarheid een plaats te geven, zoals het egtreglement vermeldt. Nu volgen twee voorbeelden van weduwen, die snel hertrouwen, een oudere weduwe en een jongere weduwe. Op 16 januari 1717 trouwen voor de predikant en op dezelfde dag ook voor de pastoor te Schijndel: Jacobus van Tienen en Gijsberdina van Kessel. Jacobus van Tienen wordt op 11 februari 1741 te Schijndel begraven, zijn vrouw zonder kinderen nalatend (DTB 18 Schijndel):
Jacobus'weduwe hertrouwt op 23 juli 1741 te Schijndel voor de schepenen met de weduwnaar Hendrik Daelemans. Zij verklaart tussen de 56 en 57 jaar oud te zijn en ongeveer 7 maanden weduwe te zijn (dat klopt dus niet!, zij was pas vijf maanden weduwe)(DTB 24 Schijndel):
Het tweede voorbeeld betreft Theodora (ook genoemd Dirkske) Jansen die op 29 november 1716 te Dinther voor de pastoor trouwt met Leonardus Jansen van Osch. Na hun huwelijk vestigen zij zich te Nuland. Aldaar overlijdt Leonardus Jan (Teunissen) van Osch op 14 september 1724, hij wordt op 17 september 1724 aldaar begraven, vrouw en kinderen nalatend (DTB 1 en DTB 3 Nuland):
Weduwe Theodora heeft blijkbaar al snel na het overlijden van haar man huwelijksplannen, maar dat gaat zo maar niet. Zij vraagt aan de schepenen van Nuland toestemming om binnen negen maanden na het overlijden van haar echtgenoot te mogen hertrouwen. Zij verklaart tevens, dat zij niet is bezwangerd door haar overleden echtgenoot (DTB 5 Nuland):
Nadat de toestemming is verkregen, staat niets een tweede huwelijk voor haar meer in de weg, op 28 januari 1725 trouwt zij voor de predikant in Geffen met Goyaert van Swanenbergh (DTB 3 Geffen):
Geen opmerkingen:
Een reactie posten