De voorgeschiedenis
Er was vermoedelijk al sinds 1742 sprake van een huisnummering te 's-Hertogenbosch, waarbij de huizen per wijk (blok) werden genummerd. Bij elk huis hoorde ook een straatnaam. In de 18e eeuw bestond 's-Hertogenbosch uit negen wijken, geletterd A t/m I. De indeling in wijken was gebaseerd op de armenblokken, die al in de 16e eeuw bestonden:
Deze plattegrond is ontleend aan het boekje, geschreven door Ton Kappelhof met als titel: Armenzorg in Den Bosch De Negen Blokken 1350-1810, uitgegeven door Stichting Matrijs te Utrecht in 1983.
Aan het begin van de 19e eeuw komt er een nieuwe wijk bij: het dorp Orthen, dat voorlopig nog zonder wijkletter aangeduid wordt. Vóór 1909 werden de huizen per wijk doorlopend genummerd, er was dus nog geen sprake van een even nummering aan de ene kant van de straat en een oneven nummering aan de andere kant. Dat zou pas in 1909 gebeuren. De volgorde van nummering per wijk ging als volgt: Men begon bij het eerste huis in een belangrijke straat en dat huis kreeg nummer 1. De buurman kreeg nummer 2 en als er dan een zijstraat kwam, ging men eerst de huizen in die zijstraat nummeren, bijvoorbeeld van 3 tot en met nummer 24. Nummer 25 was dan weer een huis in de hoofdstraat. Zo kon het gebeuren dat de huizen in de Hinthamerstraat genummerd waren 1 t/m 10 en dat de volgende huizen in diezelfde Hinthamerstraat genummerd waren 25 t/m 50. Bij de nummers 11 t/m 24 in dezelfde wijk hoorde een andere straatnaam, bijvoorbeeld Korte Waterstraat (de hier genoemde nummers zijn fictief). Daar kwam nog bij dat sommige straten op de grens van twee wijken lagen: De ene kant van de straat hoorde bijvoorbeeld bij wijk H, de andere kant bij wijk I. Het gebeurde ook dat het eerste gedeelte van een bepaalde straat hoorde bij een andere wijk dan het tweede gedeelte. Een ingewikkeld systeem dus. Tot 1860 bleef de indeling in wijken, gebaseerd op de armenblokken, bestaan. In 1860 kwam er een totaal andere wijkindeling. De wijkletters A t/m I bleven bestaan, en het dorp Orthen kreeg toen een eigen wijkletter nl. K. De indeling van de wijken A t/m I had niets meer te maken met de oude indeling , gebaseerd op de armenblokken. Zo kon het gebeuren dat een straat die vóór 1860 in zijn geheel in wijk C lag, maar sinds 1860 voor een deel in wijk A, voor een tweede deel in wijk D en voor een derde deel in wijk F. In de jaren 1860-1909 zijn er door stadsuitbreidingen nieuwe wijken bijgekomen, geletterd L t/m O. Kort vóór de invoering van de nieuwe huisnummering in 1909 bestond 's-Hertogenbosch dus uit 14 wijken, geletterd A t/m O (de letter J werd niet gebruikt, omdat deze teveel op een I leek).
De nieuwe nummering
In de Provinciale Noord-Brabantsche en 's-Hertogenbossche Courant (PNHC) van 21 juli 1909 verscheen het volgende bericht betreffende de verordening van 12 juli 1909 op het nummeren der huizen:
De nieuwe huisnummering werd in het gemeenteblad van 2 augustus 1909 gepubliceerd, zoals blijkt uit de PNHC van 3 augustus 1909:
De nieuwe huisnummering was daarna nog enkele keren onderwerp van discussie in de gemeenteraad, zoals in de vergadering van 19 augustus 1909, gepubliceerd in de PNHC van 21 augustus 1909:
Ook in de vergadering van de gemeenteraad van 18 november 1909 kwam de nieuwe huisnummering ter sprake volgens het bericht in de PNHC van 20 november 1909:
De lijst van nieuwe huisnummers met daarbij de vermelding van de oude is digitaal beschikbaar op de website http://www.bossche-encyclopedie.nl/huisnummeromnummering%201909/a.htm
In de geboorteregisters van 1909 wordt de nieuwe adresaanduiding van de ene op de andere dag ingevoerd:
Akte 990 van 27 oktober 1909 vermeldt als geboorteadres Tweede Korenstraatje wijk B 391, akte 991 van 28 oktober Zuid-Willemsvaart wijk L 109 en akte 992 van 28 oktober Uilenspiegel wijk E 98 (dit straatje bestaat nu niet meer, maar lag toen in de buurt van de huidige Windmolenbergstraat).
Akten 993 t/m 995 zijn alle gedateerd 29 oktober en vermelden als geboorteadressen de nieuwe adressen Muntelwal 2, Achter den Vergulden Truiffel 8 en Muntelwal 5, geen wijkletters meer dus.
In de registers van overlijden van 1909 is niets van een nieuwe huisnummering te merken: sinds 1898 wordt in de overlijdensregisters geen adres meer vermeld van het huis, waarin de overledene is overleden.
Wat ik me afvroeg is, of er in krantenadvertenties melding wordt gemaakt van de nieuwe en/of oude huisnummers. En dat blijkt inderdaad het geval. Daarover meer in de volgende twee blogs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten