woensdag 8 februari 2023

Jongetjes, zoons en knechtjes

De dominee van Steenwijk vermeldt in zijn doopboek over de jaren 1754-1796 aan het eind van ieder jaar een overzicht van de aantallen dopen in dat jaar, gesplitst in jongens, meisjes en soms bejaarden. 

In de jaren 1754-1756 heeft hij het over jongens en meisjes:

In 1757 maakt hij geen specificatie en vermeldt hij slechts het aantal kinderen:

In 1758  heeft hij het over knegjes (i.p.v. jongens) en meisjes:


 Van 1759-1761 worden er jongens en meisjes vermeld en in 1762 weer knegjes en meisjes:


 In 1763 zijn er weer jongens en meisjes en in 1764 weer knegjes en meisjes. 

In 1765 heeft hij het voor het eerst over zoons en dochters:


Van 1766-1770 zijn het weer jongens en meisjes en in 1771 en 1772 knegjes en meisjes. In 1773 zijn het weer zoons en dochters.

In 1774 en 1775 worden het weer jongens en meisjes en van 1776-1780 knegjes en meisjes:


 In 1781 keren weer de zoons en dochters terug:


In de jaren 1782-1784 is er weer tijd voor knechtjes en meisjes.  

In 1785 zijn er weer zoons en dochters en in 1786 weer knechtjes en meisjes.

Van 1786-1791 maakt hij melding van zoons en dochters.

En dan volgen er nog drie jaren 1792, 1793 en 1795 knechtjes en meisjes. 


 In 1794 was er geen totaalopgave.

De laatste totaalopgave van 1796 vermeldt zoons en dochters.

De voorkeur voor de dominee ging dus uit naar vermeldingen van knegtjes en meisjes, gevolgd door jongens en meisjes en zoons en dochters. De vermelding van knegtjes als synoniem voor jongetjes ben ik nog nergens anders tegenkomen.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten