donderdag 18 april 2019

Erkenning van een vondeling bij een huwelijk (1)

Of het uniek is weet ik niet, maar het zal toch maar zelden zijn voorgekomen, dat een vondeling bij een huwelijk wordt erkend. De geschiedenis begint met Wilhelmina Satter, geboren Vught 16 februari 1852. Zij verlaat op 14 september 1875 haar geboorteplaats en vertrekt naar Breda. Dan is het enige tijd stil tot 1877, wanneer het volgende bericht verschijnt in de Arnhemsche Courant van 4 augustus 1877:


Een 24-jarige vrouw W.S. afkomstig uit Vught is te Brussel bevallen van een kind en heeft dat kind te Breda te vondeling gelegd. Dat is een strafbaar feit en de rechtbank eist een gevangenisstraf van zes maanden (Provinciale Noord-Brabantsche en 's-Hertogenbossche Courant van 18 september 1877):


De uitspraak is enige tijd later, W.S. wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden en een geldboete van 8 gulden (PNHC van 25 september 1877):


In de krantenberichten wordt de moeder steeds met W.S. aangeduid. Uit het gevangenisregister van 's-Hertogenbosch is echter duidelijk geworden dat het om genoemde Wilhelmina Satter gaat:


De vondeling is op 30 juli 1877 te Breda gevonden en heeft de naam Jan Haver gekregen:


(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten